Klein geluk

Geluk. Ik weet er twee dingen over. Een: wie het niet zoekt, die vindt. Twee: het is klein, want het past in een koekje. Dat heb ik zelf gezien.

Doorgaans wantrouw ik Groot Geluk. Sommigen hollen het immers als bezetenen achterna en keren vervolgens verslagen terug. Geef mij maar klein geluk. Mijn klein geluk is het opwachten van m’n zoon aan de schoolpoort. Iets wat me trouwens zelden lukt, want scholen sluiten vroeg. Wanneer zijn zoekende blik van tussen de afgematte peuterbende de mijne vindt tussen de al even afgematte ouders lijkt hij te stralen van blijdschap. Dan herken ik iets in zijn ogen. Volgens mij is het ook zijn klein geluk.