Artist in residence in Curaçao

Kore poco poco staat er op het handgeschilderde bordje langs de weg, doe maar rustig. Ik rij met mijn gehuurde Kia naar het Children’s Museum Curaçao waar ik de komende dagen zal werken als artist in residence. Wie ben ik om de Antilliaanse gemoedelijkheid te negeren denk ik, en ik laat het gaspedaal langzaam omhoog glijden langs mijn schoenzool. Het voelt als loslaten.

Mijn zoon Seb in Willemstad

Het Children’s Museum is een plek van nieuwsgierigheid, kind-zijn en spel. Met het museum wil oprichtster en directeur Esther De Sola tegengewicht bieden aan het voorgekauwde onderwijs op Curaçao, waar er weinig ruimte is voor experiment of ontdekking. In het museum gaat het niet om het resultaat, maar om de weg ernaartoe. Esther is gedreven, dat merk ik wanneer ze haar eten koud laat worden terwijl ze me dit allemaal vertelt.

Wandelen over de pontjesbrug

Mijn vrouw, mijn zoon en mijn dochter reizen mee. Wanneer ik niet in het museum ben, brengen we onze tijd door in Willemstad en op baaien en stranden van een zakdoek groot. Het is daar dat mijn dochter voor het eerst de zee langs haar enkels voelt stromen en waar mijn zoon voor het eerst een vis ziet zwemmen die niet in een aquarium leeft. Ze lijken allebei even te schrikken bij de gewaarwording.

We wandelen samen de pontjesbrug over, eten pindasoep, aaien elke leguaan die ons pad kruist, vieren mijn zevenendertigste verjaardag bij zevenendertig graden, staan vol muggenbeten, zwemmen in de regen en drinken frozen mango tot we maar één ding meer kunnen denken: ijshoofdpijn.

Curaçao is een stille verleider.

Het Antilliaans kwartiertje

Op het eiland geldt het Antilliaans kwartiertje: niemand komt op tijd en niemand vindt dit erg. Zo vreemd is het niet dat de kerken op Curaçao geen klokken op hun torens dragen. Voor iemand die zoals ik met stiptheid als deugd is grootgebracht, is het aanpassen. Na een aantal dagen lukt het me om nét op tijd te arriveren in plaats van te vroeg. Te laat komen blijft echter moeilijk.

In het museum geef ik workshops rond o.a. Max maakt een vriend aan kleine en grote mensen en af en toe zie ik een vonkje in iemands ogen. Wanneer ik voor kinderen sta die geen Nederlands begrijpen is het Ghislaine die tolkt naar het Papiaments, waar een boek een boeki is en we elkaar bedanken met een genereus masha danki. Samen met Josje, die assisteert tijdens de workshops, hoort ze me dag na dag hetzelfde verhaal vertellen. Hoewel ze me beiden op het hart drukken dat ze dit niet vervelend vinden, probeer ik er voor hen de schwung in – en voor mij het schuldgevoel uit – te houden door zo onvoorspelbaar mogelijk uit de hoek te komen. Ik geloof niet dat het lukt.

Een tijd van ontmoetingen

In de Johan van Walbeeckschool ontmoet ik Dylan, die een jaar eerder zijn vader is verloren. Ik weet niet hoe Nooit is voor altijd tot in Curaçao is geraakt, maar Dylan vertelt me hoe het boek hem hielp z’n papa af en toe eens uit z’n hoofd te halen. Ik ben sprakeloos. De tienjarige Jazil schrijft een boek over Timmy, een jongen die leert lezen. We spreken alvast af dat ik naar zijn boekvoorstelling kom.

Shalini vertelt me na de avondworkshop voor volwassenen hoe ze tijdens het tekenen nieuwe inzichten kreeg over haar dochter. Annemieke plaatst na diezelfde workshop haar illustratie op Facebook waarna ze door het Prinses Wilhelmina kankerfonds Curaçao uitgenodigd wordt om samen een kinderboek te maken.

Mijn tijd in het museum is een tijd van ontmoetingen en veranderingen, bij het publiek en bij mezelf.

Iets wat we liever mee willen nemen

Ik zou nog kunnen schrijven over de opvallende hoeveelheid mensen met gouden tanden, de straathonden die recht uit Wes Anderson’s Isle of Dogs lijken te komen, m’n bril die aanslaat wanneer ik Hato Airport uitwandel, over de bontgekleurde huizen in Curaçao, die er zo uitzien omdat een arts begin negentiende eeuw dacht dat dit voor minder oogproblemen zou zorgen onder de bevolking, de suikervogeltjes die bij je aan tafel komen om hun gele buikjes uit te schudden, de warmte die je aan je autostoel doet kleven, over de onmogelijke combinatie van misofonie en cracottes, over de jongen aan de overkant die z’n potje Fortnite alleen maar onderbreekt om te eten en te slapen of over de vuilgebekte Amerikaan op Kokomo Beach die na elk gesprek z’n smartphone schoonlikt, maar dat zou enkel zijn om het gevoel vast te houden.

Na dertien dagen op Curaçao moeten we terug. Net als bij de heenvlucht zitten we naast de Nederlandse producer Phillip Vectorz, zijn vrouw Maya en hun dochter. We hebben allemaal dezelfde blik in de ogen: we laten iets achter wat we liever mee willen nemen.

Meer foto- en video-indrukken? Ik maakte deze Instagram Highlight van onze tijd op Curaçao.

©Foto’s: Joke Van Hulle, Ghislaine Doran en Josje Driessen